Vakantietips bij burnout

Vakantietips bij burnout

Burnout en vakantiegevoel

Kijk jij ook uit naar je vakantie? Of zie je er misschien wel tegenop? Toen ik burn-out was, zag ik als een berg op tegen de vakantie. En ik spreek wel vaker mensen die een ambivalent gevoel hebben bij de vakantie. Vaak vinden ze het moeilijk om dat toe te geven, want vakantie, dat vindt iedereen toch het hoogtepunt van het jaar?

Voor mensen die overspannen of burnout zijn is de vakantie vaak helemaal niet zo’n pretje. Vooral als je ook nog kleine kinderen hebt, die – hoe lief ze je ook zijn – wel zes weken vrij zijn. En die de hele dag aandacht willen, voor wie je activiteiten moet bedenken, programma moet draaien. Zés weken vakantie, wie heeft dat bedacht? Hoe zorg je er dan voor dat je ook zelf nog een beetje aan je rust komt?
Het helpt natuurlijk als je een partner hebt die wél over een berg energie beschikt en de kinderen goed weet te vermaken. Hoewel… een energieke partner is fijn, maar dan moet je zelf wel heel goed je grenzen bewaken en niet in de valkuil trappen om toch maar met al die leuke dingen mee te doen. Want dan kom je dus nog niet aan je rust. Leuke dingen doen, dingen die je normaal leuk vindt, is vaak niet meer zo leuk als je burn-out bent, omdat je er eenvoudigweg de energie niet voor hebt. En dat kan heel confronterend zijn.
De kans bestaat natuurlijk ook dat je partner inmiddels ook op zijn laatste tenen loopt– omdat hij/zij jou al een tijdje probeert te ontzien. Ook dan is het verleidelijk en soms onvermijdelijk om toch maar weer meer te gaan doen dan je eigenlijk aankunt.

Het is in een situatie van vakantie vaak erg moeilijk om je grenzen in de gaten te houden. Daarom geef ik mijn cliënten die last hebben van burnout, voor de vakantie vaak wat tips en een tekenoefening mee, die hen kan helpen voelen hoe het met ze gaat en wat ze wel en niet aankunnen.

Vakantietips om je grenzen te bewaken als je burnout bent

(tips voor als je vakantie hebt en burnout bent, maar natuurlijk ook heel bruikbaar daarna)

1. Vraag jezelf bij alles (waar je tegenop ziet) af: Is het écht nodig? En moet het nu?

2. Probeer de dingen die je veel energie kosten te vermijden, uit te besteden, op een andere manier te doen, met iemand samen te doen, taken te verdelen, etc.
– Zoek je uitjes dicht bij huis, dan ben je ook weer snel thuis als het teveel wordt.
– Als je last hebt van druktes en herrie, vermijd pretparken, kermissen, drukke markten.
– Zoek dingen die je erg spannend vindt niet op. Als je burnout bent, dan ben je gevoeliger voor stress, schrik je sneller en raak je sneller in paniek. Bungeejumpen kan later nog wel eens. Je hebt, als je burnout bent, al meer dan voldoende stresshormoon in je lijf. Daar moet je juist vanaf en dat duurt een tijd.

3. Creëer duidelijkheid. Ga je steeds over je grenzen heen? Bedenk van tevoren wat je/jouw gezin de komende dagen te doen staat. Wie doet wat? Schat in wat je aankunt en wees daar vooraf duidelijk over (zowel naar jezelf als naar anderen). Waar ben je wel bij, en wanneer haak je waarschijnlijk af? Waar heb je hulp bij nodig? Wie kun je daar bij inschakelen?

4. Zorg goed voor jezelf. Stuur de perfectionist en de controlfreak in jou met vakantie. Zie het begrenzen van jezelf als een oefening, een uitdaging.
– Heb jij moeite om op de bank te gaan zitten, terwijl er nog moet worden opgeruimd, afgewassen, was gedraaid? Zie het als een succes als je je rust pakt, als je die nodig hebt, ook al is er nog zoveel te doen. Je zorgt goed voor jezelf! Die was wacht wel.
– Heb jij moeite om vroeg weg te gaan bij feestjes? Vraag je af of je er überhaupt heen moet/wil. Ga je wel, neem je dan voor om niet te lang te blijven. En zie het als een succes als je op tijd weggaat, ook al is het gezellig.

5. Zie ook het aangeven van je grenzen naar anderen als een oefening, een uitdaging. Heb je ‘nee’ gezegd tegen iets, omdat het je teveel was? Voel je niet schuldig. Zie het niet als falen, maar als een succes!

6. En het allerbelangrijkst is: Voel steeds voordat je aan iets begint of je er écht zin in hebt of dat je er tegenop ziet. Ook als het iets is waar je niet onderuit komt: negeer je gevoelens daarover niet, maar erken ze.
Evalueer bij jezelf ook achteraf.
– Had je er van tevoren zin in? Zoja, hoe ging het? En was het ook echt fijn of vroeg het toch teveel van je? Had je beter voor jezelf kunnen zorgen? Zoja, hoe?
– Had je er geen zin in en deed je het toch? Viel het mee of vroeg het inderdaad teveel van je? Had je beter voor jezelf kunnen zorgen? Zoja, hoe?
– Had je er geen zin in en deed je het niet? Hoe was dit voor je? Kun je er trots/tevreden mee zijn?
– Koop een dagboekje en houdt dit voor jezelf een tijdje bij.

Tekenoefening: Tuintje van je gevoelens

Nodig: kleurpotloden, pastelkrijt of stiften of wat je maar in huis hebt om mee te tekenen. Tekenpapier of een schrift zonder lijntjes.
Opdracht:
1. Ga voor jezelf na welke emoties en gevoelens je hebt gehad op de afgelopen dag. Neem een blaadje en beschrijf deze gevoelens zonder oordelen. Voelde je je jachtig? Verdrietig? Blij? Moe? Geïrriteerd? Vereerd? Rustig? Wanhopig? Etc. Alle gevoelens zijn goed en waar. De grote emoties, als je bijvoorbeeld ruzie hebt gehad, zul je je gemakkelijk herinneren. Probeer ook aandacht te geven aan kleine dingen, zoals de wind in je haar voelen, of even rustig koffie drinken in het zonnetje, ed.
2. Neem nu nog een blaadje papier en kleurpotloden, pastelkrijt, of wat je maar hebt om mee te tekenen. Beschouw het blaadje als jouw ‘tuintje van gevoelens’ van die dag. En geef alle gevoelens van die dag een plekje. Kies bijvoorbeeld een bepaalde kleur voor een bepaald gevoel en geef aan op je blaadje (‘je tuintje’) hoeveel ruimte dat gevoel bij jou innam op die dag. Stond het gevoel centraal of geef je het een plekje in een hoekje? Doe dit een aantal dagen achter elkaar en kijk wat je je herinnert van jouw gevoelens gedurende de dag.

 

Als je dit een tijdje hebt gedaan, ga je waarschijnlijk steeds bewuster voelen hoe de dingen voor je zijn. Welke dingen geven je energie? Waar word je blij van? Probeer die positieve dingen op te zoeken en, zelfs al duren ze maar kort, er meer aandacht te geven. Misschien kun je op een gegeven moment voor het stoplicht staan wachten en intussen genieten van het zonnetje op je huid in plaats van je te irriteren aan het feit dat je alwéér staat te wachten?

You Might Also Like